“Het is te hopen dat de vers aangetreden ministers en staatssecretarissen zich minder druk maken om de beeldvorming dan om de inhoud van hun werk. Dat geldt ook voor de leden van de Tweede Kamer. De zorg hoe iets overkomt en hoe het publiek moet worden ingepakt, overheerst het politieke werk veel te veel”, schrijft Carla Joosten in EW Magazine.
Hear, hear. Het ergert me al jaren dat bewindslieden en kamerleden zich zo laten regeren door vermeende beeldvorming. Maar ik mis de zelfreflectie van mevrouw Joosten en haar vakgenoten in dit opiniestuk. Ik hoop dat niet alleen politici, maar ook de media – de politieke redacties in het bijzonder – hun verantwoordelijkheid gaan nemen in dit proces.
Het is de Tweede Kamer die door het volk gekozen is om namens hen de regering te controleren, niet de journalistiek. Beleidsmakers moeten zich in eerste instantie verantwoorden voor het parlement, niet voor het journaille. Maar de rollen lijken de laatste jaren steeds vaker omgedraaid. Natuurlijk moet de Tweede Kamer zijn rol wel pakken en niet, net als de regering, proberen punten te scoren via de media en denken in verkiezingstermijnen in plaats van termijnen waar maatschappelijke problemen om vragen.
Ook binnen de journalistiek wordt dit euvel opgemerkt. Zo concludeert de Britse wetenschapsjournalist Tom Chivers in een recente podcast dat in Engeland de politieke journalisten die de corona persconferenties bijwonen er meer op gebrand lijken om bewindslieden te laten struikelen dan hun lezers en kijkers gedegen en nuttige informatie te geven. Om te weten dat de situatie in Nederland niet heel anders is, hoef je maar te luisteren naar de vragen van journalisten na een gemiddelde corona persconferentie.
Het herstellen van de zieke dynamiek tussen politiek en media is naar mijn mening de sleutel om het vertrouwen van de maatschappij in de politiek te herstellen en vraagt het nemen van verantwoordelijkheid van zowel politiek als journalistiek. Tenslotte is de krant van vandaag de kattenbakvulling van morgen. Of zoals Carla Joosten het formuleert: “Laat de waan van de dag voor wat het is: een waan.”