De verwachtingen van wetenschappers die zich met de samenleving bezighouden, zijn de laatste jaren toegenomen. Waar wetenschappers in het verleden werden geprezen omdat zij eenvoudigweg moeilijk onderzoek in lekentaal uitlegden, verwachten wij tegenwoordig dat zij ook beleidsvoorlichting geven, wetenschap interpreteren en met het publiek interacteren. Maar heeft de rol die wetenschappers in de samenleving innemen gelijke tred gehouden met deze veranderende verwachtingen? Diewertje Houtman, Boy Vijlbrief en Sam Riedijk publiceerden onlangs een interessant artikel waarin ze deze vraag onderzoeken, met een duidelijk antwoord: nee.
Kennisgebrek
Het deficit- of wetenschapsgeletterdheidsmodel – waarbij deskundigen een verondersteld kennistekort bij hun doelpubliek aanpakken en het begrip van de wetenschap bij het publiek vergroten om de sympathie voor en het vertrouwen in de wetenschap te vergroten – is nog steeds wijdverbreid onder beoefenaars van wetenschapscommunicatie. Dit is in het verleden het geval geweest, maar de invloed ervan blijft onder wetenschappers bestaan, zoals Houtman et al. aantonen. Sara Anjos, Pedro Russo en Anabela Carvalho trokken onlangs een soortgelijke conclusie na een enquête onder wetenschapscommunicatoren die werkzaam zijn op het gebied van de astronomie. Ik heb al eerder geschreven hoe alleen het geven van informatie een zeer beperkend effect heeft op het gedrag en als zodanig geen impact garandeert bij het publiek dat je wilt bereiken.
De volgende stap om zowel de interactie met een publiek als de mogelijke impact te vergroten, is het aangaan van een openbare dialoog, praten met in plaats van tegen het publiek. Waarom zou je dat willen doen? Zoals Houtman en collega’s uitleggen, is de publieke dialoog niet alleen gunstig voor de mensen met wie je als expert praat. Je kunt er zelf ook iets aan hebben. “Het dialoogmodel erkent dat het publiek over belangrijke contextuele kennis beschikt, dat er andere oorzaken voor scepsis zijn, en dat er andere vormen van kennis zijn die de publieke opinie beïnvloeden. Deskundigen moeten zich daarom bezighouden met publieke communicatie over wetenschap met het doel om van elkaar te leren in plaats van alleen het publiek te onderwijzen.”
Om zowel de interactie met een publiek als de mogelijke impact te vergroten, moet een openbare dialoog worden aangegaan, waarbij met in plaats van tegen het publiek wordt gesproken.
Welke voordelen levert dit op? “Door het publiek bij de besluitvorming te betrekken ontstaat vertrouwen in de wetenschap; het op één lijn brengen van deskundigheid en publieke waarden heeft een positief effect op de samenleving; en het inbrengen van nieuwe en buitenstaanderperspectieven draagt bij tot een goed geïnformeerde en reflectieve besluitvorming.”
Het organiseren van een dialoog
Het organiseren van een dialoog met het publiek vergt een goede voorbereiding. Houtman e.a. geven enkele praktische tips:
- Streef niet naar debat, maar naar dialoog; niet om te overtuigen, maar om te verkennen.
- Richt je tijdens de dialoog vooral op het initiëren en onderhouden van een veilige omgeving om gedachten, argumenten, intuïties, ingevingen of inzichten te delen.
- Wees deskundig waar nodig, of gevraagd, maar ga vooral in gesprek met de andere deelnemers aan de dialoog.
Een discussie voeren in plaats van de les lezen klinkt eenvoudig. Maar het vereist een open mentaliteit, waarbij je oprecht geïnteresseerd bent om de standpunten van je gesprekspartner te onderzoeken in plaats van te proberen hem of haar op te voeden of te overtuigen van je eigen standpunten. Het vereist de training van een ander soort spier: perspectivische flexibiliteit.
Deskundigen zijn niet alleen meesters in de kennis op hun vakgebied, zij kunnen ook meesters zijn in het stellen van vragen.
Perspectivistische flexibiliteit
Zoals filosofe Elke Wiss het uitlegt in haar boek Socrates op Sneakers: “Perspectivistische flexibiliteit is het vermogen om buiten je eigen kaders, meningen, opvattingen te denken. Om het perspectief van de ander te verkennen en te onderzoeken, zonder er meteen een mening over te hebben. Om je eigen visie even los te laten, en helder, rustig, blanco te onderzoeken. Je eigen opvattingen kritisch bevragen en ontdekken dat er meer ruimte in je denken zit dan je dacht.”
Deskundigen zijn niet alleen meesters in de kennis op hun vakgebied, zij kunnen ook meesters zijn in het stellen van vragen, zodat zij het denken stimuleren van het publiek waarmee zij in dialoog treden en ieders perspectivische flexibiliteit vergroten. “Experts in dialoog zijn individuen van vlees en bloed, eerder dan algoritmen. Ze streven ernaar iets te leren en te verbinden, eerder dan hun eigen ideeën door te drukken,” zeggen Houtman en collega’s. Dit versterkt mooi de definitie die wetenschapscommunicatie-zwaargewichten Bucchi en Trench onlangs voor het vakgebied formuleerden: wetenschapscommunicatie is het sociale gesprek rond wetenschap.